Welzijnsbeleid

Welzijn

1. Woord vooraf

In dit Beleidsplan wordt alleen over paarden gesproken. Natuurlijk wordt waar “paarden” staat tevens “ponies” bedoeld, daar waar relevant.

Het Beleidsplan Welzijn heeft een tweeledig doel:
1. het formuleren en controleren van acties door en voor bestuur en leden.
2. het informeren van leden en geïnteresseerden.

In dit Beleidsplan Welzijn wordt in hoofdstuk twee de stand van zaken besproken. In hoofdstuk drie wordt de richting van de fokkerij in de toekomst belicht, waarna in hoofdstuk 4 de beleidsdoelen en de termijnen waarin ze worden bereikt aan bod komen. In hoofdstuk 5 staan de bronnen vermeld.
 

2. Wat is de stand van zaken?

Onder fokkerij valt eigenlijk het hele leven van een paard. Fokkers zorgen voor nieuwe veulens en de opfok van jonge paarden. Hiernaast fokt men met volwassen dieren tot deze een hoge leeftijd hebben bereikt. Het Nederlands gefokte paard wordt internationaal zeer gewaardeerd. De structuur van de stamboeken worden vaak als voorbeeld gebruikt. Deze stamboeken - momenteel 26 - en de Federatie van Bonden van Hengstenhouders worden vertegenwoordigd door de Koepel Fokkerij.

In januari 2009 heeft de georganiseerde sector Paardenhouderij eensgezind het Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij aangeboden aan de minister van LNV. In dit Plan van Aanpak geven alle samenwerkende partijen aangesloten bij de Sectorraad Paarden (SRP) hun intentie aan om te komen tot een beter welzijn van en voor de paarden.

Hiernaast wordt vanuit de maatschappij steeds meer professionaliteit en maatschappelijke betrokkenheid verwacht. Ook worden steeds meer eisen aan bestuurders gesteld. Het welzijn van dieren staat daarbij sinds enkele jaren hoog op de politieke agenda. Al deze factoren hebben steeds meer invloed op de dagelijkse fokkerij, is het niet direct dan wel indirect.

In dit document wordt aangegeven hoe de KVTH het welzijn van het paard in het beleid willen bestendigen en verbeteren. Hierbij worden de relevante aandachtspunten uit het Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij als rode draad aangehouden.

3. Wat is de richting in de toekomst?

Missie

Bij de KVTH staat het fokken van paarden met een gezonde geest in een gezond lichaam centraal. Respect voor het welzijn van het paard is hierbij vanzelfsprekend. Hierbij is het belangrijk om elkaar te helpen, anderen enthousiast te maken voor het ras en met veel plezier de paarden te houden en te fokken.

Om de missie te bereiken wordt vastgehouden aan de volgende kernwaarden:

Open communicatie

Transparante beleid- en besluitvorming

Integriteit van het paard beschermen

Traditie en vernieuwing in blijvend evenwicht
 

Visie

De KVTH vervult een belangrijke taak binnen de sector Paardenhouderij. Met het selectiebeleid en fokrichtingen vormt de KVTH de basis voor een kwalitatief hoogstaand fokproduct. Hierbij staat een goede bruikbaarheid en een goede gezondheid van het paard centraal, waarbij de raskenmerken uiteraard behouden dienen te blijven.

Steeds meer mensen die van oudsher niet bekend zijn met het paard gaan wel met paarden werken; tegelijkertijd komt het paard steeds vaker - terecht dan wel onterecht - in het nieuws door verwaarlozing. Een effect dat mede voortkomt uit het feit dat de maatschappij steeds meer interesse in dieren heeft. De KVTH zal in het fokdoel daardoor steeds vaker aanpassen kunnen verrichten t.a.v. de vraag uit de sector en de maatschappelijke ontwikkelingen; daarbij wil men tegelijkertijd ook de traditie van het fokproduct in ere houden.
Het doel van de KVTH is om pro-actief vanuit de eigen doelstellingen richting te geven aan de veranderingen in de maatschappij en daarmee ook aan de toekomst. Een voorbeeld hiervan is een transparant fokbeleid en helder geformuleerde fokdoelen.
 

4. Beleidsdoelen en termijnen

In dit hoofdstuk worden de verschillende beleidsdoelen toegelicht. Hierbij wordt een onderverdeling gemaakt in korte termijn doelen en middellange en lange termijn doelen. Met korte termijn wordt binnen één jaar bedoeld. Middellange termijn is tussen één en vijf jaar en lange termijn is langer dan vijf jaar. In dit Beleidsplan Welzijn wordt in paragraaf 1 en 2 ingegaan op de korte en de middellange termijn. De langere termijn blijft in eerste instantie buiten beschouwing. In de derde paragraaf staat een overzicht.
 

1. Korte termijn

Kwaliteit van het fokproduct
Om het welzijn van paarden binnen de fokkerij te kunnen bestendigen en verbeteren is het nodig het fokbeleid transparant te hebben/maken en fokdoelen helder te formuleren. Het bestuur van de KVTH ziet hierin, in samenwerking met de foktechnische commissies, een belangrijk onderdeel van haar taken.

Voorlichting
Uit meerdere onderzoeken is naar voren gekomen dat mensen die met paarden omgaan vaak niet genoeg kennis hebben van de natuurlijke behoeften van paarden (Rapport: Passie voor paarden, maart 2009). Ook hebben de stamboeken de SRP ondersteund in bepaalde statements in het Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij. Deze statements moeten bekend worden bij het grote publiek. De KVTH speelt een belangrijke rol in het informeren van de achterban via de bestaande communicatiekanalen. Ook het Nationaal Hippisch Kenniscentrum (NHK) kan hierbij ondersteunen.

Hieronder worden de items besproken waarbij de KVTH kan ondersteunen bij de kennisverspreiding. Omdat de KVTH een grote groep paardenliefhebbers kan bereiken, hebben deze items niet alleen betrekking op het bewaken van het welzijn van het paard in de fokkerij, maar zijn ze ook van belang in de brede zin van de paardenhouderij.

Couperen van staarten (en brandmerken)

De K.V.T.H. is zich volledig bewust van de maatschappelijke problematiek rondom het coupeerverbod. Sinds 2001 is het verboden om te couperen in Nederland, het is vanaf 2001 dan ook verboden met een gecoupeerd paard deel te nemen aan keuringen en/of wedstrijden tenzij deze handeling heeft plaatsgevonden in een lidstaat waar dit verbod niet is ingesteld. In december 2016 is er middels een uitspraak van het College van Beroep van het bedrijfsleven in de wetgeving vastgelegd dat er géén gecoupeerde paarden tot de keuringen mogen worden toegelaten, ook niet wanneer deze in een lidstaat zijn gecoupeerd waar dit wel is toegestaan, echter met uitzondering van paarden die vanwege een medische noodzaak gecoupeerd zijn.

De K.V.T.H. ziet er op toe dat paarden uitsluitend deelnemen aan de keuringen en/of wedstrijden conform de huidige wetgeving.


Spenen
Het afspenen van veulens gebeurt op veel (professionele) bedrijven in groepen. Dit voldoet aan de sociale behoefte van het paard. Sommige particuliere (hobby)fokkers die maar één veulen hebben, spenen het veulen en houden dat vervolgens alleen op stal. De KVTH stimuleert het spenen van veulens op een zo’n natuurlijk mogelijke wijze, waarbij een eventueel geleidelijk spenen het welzijn van het veulen verbeteren.

Huisvesting
Sociaal contact is één van de basisbehoeften van het paard. Hiernaast is ook van belang dat het verband tussen grootte, beweging, sociaal contact en het klimaat in de stal belangrijker is dan één harde en directe richtlijn. De KVTH stimuleert het houden van paarden in groepverband, waarbij enige bewegingsruimte noodzakelijk zal zijn.

Prikkeldraad
De KVTH acht het bijzonder wenselijk indien houders van paarden ervoor kiezen om geen prikkeldraad te hanteren, maar in plaats hiervan gladde bedrading.

Verhinderen van stereotiep gedrag
Bij zowel de haflinger als de trekpaarden komen Stereotypieën of ook wel abnormaal repetitief gedrag genoemd, zeer sporadisch voor. De rassen binnen de KVTH worden veelal, zoals eerder vermeld veelal in groepverband en in de weide gehouden, zodat ze minimaal worden gehinderd in het natuurlijke gedrag.

Voeding
Een goed samengesteld rantsoen en een adequate voerfrequentie leveren een wezenlijke bijdrage aan het welzijn van paarden. Een belangrijk onderdeel hiervan is het foerageren. Extra aandacht verdient ook de zorg voor een rantsoen met een voldoende aanbod van ruwvoer verspreid over de gehele dag (24 uren).

Drinkwater
De KVTH vindt het een vereiste dat bij iedere vorm van huisvesting, tijdens langdurig transport en bij evenementen wordt voorzien in voldoende schoon drinkwater. De KVTH beschikt dan ook tijdens elk evenement in de voorziening van schoon drinkwater.

Supplementen
Een breed scala van voedingssupplementen is voor de consument beschikbaar en vindt door een uitgekiende marketing volop afzet. Informatie over het juiste gebruik en soms zelfs schadelijke effecten (overdosering, verkeerde combinaties van producten) is onvoldoende beschikbaar. Bij onoordeelkundig gebruik van voedingssupplementen kan de gezondheid van paarden in het geding komen. De producenten moeten hierover een transparante voorlichting verzorgen, zodat de KVTH dit aan de achterban kan doorgeven.

Giftige planten
De meeste paarden eten geen giftige planten in de weide. In gedroogde vorm herkennen ze de planten niet als giftig en worden deze wel gegeten. Een voorbeeld hiervan is (Sint-) Jakobskruiskruid. Veel eigenaren weten niet welke planten giftig zijn voor paarden. De KVTH publiceert hierover regelmatig artikelen in het verenigingsblad en op de officiële website van het stamboek.

Transport
Voor hobbymatig paardentransport zijn geen regels opgesteld in de EU Transportverordening. Om toch sturing en informatie te kunnen geven ontwikkelt de SRP in het kader van het Plan van Aanpak Welzijn een Gids Goede Praktijken met hierin richtlijnen waaraan volgens de SRP hobbymatig paardentransport moet voldoen. Een rijvaardigheidscursus met de paardentrailer en een opzet voor een regulier terugkerend keuringsprotocol voor de paardentrailer zullen daarvan onderdeel gaan uitmaken. De Gids Goede Praktijken is in 2010 gereed. De KVTH zal vervolgens de achterban informeren.

Aanpassen van de reglementen
In het Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij heeft de georganiseerde sector op een aantal punten aangegeven de reglementen te gaan aanpassen om het welzijn te waarborgen. De punten hieronder hebben betrekking op reglementen in de fokkerij.

Leeftijd aanlegtesten minimaal drie jaar
Binnen de KVTH kennen we nagenoeg geen aanlegtesten. Uitzondering hierop zijn de bruikbaarheidtesten van de haflingerhengsten. Het betreft hier een karaktertest en dressuurproef aangespannen of onder het zadel.
Bruikbaarheidtesten maken bij de haflingerhengsten op vrijwillige basis deel uit van het fokprogramma. In eerste instantie wordt bekeken of de paarden een natuurlijke aanleg hebben voor een bepaalde tak van fokkerij of sport. Deze aanlegtesten worden gevraagd vanaf de leeftijd van de hengst van 3 jaar. Om de jonge paarden voor en tijdens aanlegtesten op een verantwoorde manier te begeleiden moeten de condities waaronder de paarden worden getraind en beoordeeld zo helder mogelijk geformuleerd zijn. Bij een beoordeling van het paard dient het welzijn voorop te staan.

Drinkwater op evenementen
Vanaf 2010 wordt het aanbieden van schoon drinkwater opgenomen in alle vergunningen voor evenementen waarbij paarden betrokken zijn en ook in alle wedstrijdreglementen.

Gebruik van ongeoorloofde middelen tijdens evenementen
Ter voorbereiding op de keuringen en wedstrijden worden handelingen verricht die mogelijk van invloed kunnen zijn op het welzijn van de paarden. Ingrepen die het natuurlijk gedrag van paarden beïnvloeden en het al op jonge leeftijd extreem trainen zijn niet wenselijk. In dit kader zijn door de KVTH nieuwe, harde afspraken gemaakt. Hiernaast heeft de KVTH middels reglementen aangegeven dat het gebruik van ongeoorloofde middelen in het selectie- en keuringsproces niet zijn toegestaan. Volledige artikel is omschreven in het stamboekreglement.

2. Middellange termijn: 2014-2016

Selectie van erfelijke gebreken
Binnen de fokkerij dekt een hengst meerdere merries, waardoor een populaire hengst een grote invloed kan hebben op de paardenpopulatie. Het is daarom van belang dat bij de hengstenselectie streng gelet en geselecteerd wordt op het voorkomen van het vererven van eigenschappen die op termijn nadelige consequenties hebben voor de gezondheid en kwaliteit van de fokproducten. De KVTH selecteert derhalve streng op o.a. duurzaamheid en kwaliteit van het beenwerk.
Daarnaast is er door het stamboek ondersteuning geboden aan de juiste partners d.m.v. een rasstandaard en fokplan om het selecteren van erfelijke gebreken tegen te gaan.

Registratie en rapportage van erfelijke gebreken
Erfelijke gebreken worden binnen de KVTH geregistreerd en jaarlijks gerapporteerd aan de achterban, evenals de vorderingen die zijn gemaakt bij de selectie. De opgedane kennis wordt gedeeld binnen de Koepel Fokkerij en bij andere geïnteresseerden. In de toekomst is het opzetten van een centraal registratiepunt een mogelijkheid. Hierin kan het NHK in samenspraak met de Gezondheidsdienst voor Dieren een rol spelen.

Selectie op gedragskenmerken en karaktereigenschappen
Stress, angst, overactief gedrag, agressie, kribbebijten en luchtzuigen zijn symptomen, dat paarden mentaal onvoldoende zijn toegerust op de taken die gebruikers vandaag de dag van paarden vragen. Voor een deel spelen erfelijke achtergronden hierbij een rol. Reden waarom veel stamboeken ook selecteren op gedragskenmerken. Door selectie op erfelijke achtergronden van gedrag, zullen paarden zich beter kunnen gaan aanpassen aan de huidige omstandigheden. Een analyse van gedrag en erfelijkheid is hierbij essentieel. Op dit moment wordt binnen de KVTH al een onderzoek uitgevoerd naar de selectie op gedragskenmerken en karaktereigenschappen middels de bruikbaarheidtest.

Dierziekten
De Nederlandse paardenpopulatie kan in de aankomende jaren bedreigd worden door uitheemse ernstige paardenziekten. De SRP is bezig om ‘early warning systemen’ voor de verschillende ziekten op te zetten. De KVTH speelt een belangrijke rol in het verspreiden van informatie over de ziekten en bij een uitbraak met het helpen uitvoeren van de draaiboeken. Dit zal zich waarschijnlijk uiten in bijvoorbeeld het informeren van de achterban, het afzeggen van evenementen en het ondersteunen van de leden.

 

5. Bronnen

Passie voor Paarden, LEI Wageningen UR, maart 2009.
Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij, Sectorraad Paarden, januari 2009.
Rapport Beantwoording vragen PVA Paardenhouderij. Visser E. K., van Dierendonck M.C., Neijenhuis F. 12 november 2008.